Allah s.w.t. heeft de mens op aarde aangesteld als Zijn vertegenwoordiger. Net zoals de Almachtige Allah de mens in staat heeft gesteld om van gezondheid en vreugde te kunnen genieten, heeft Hij hem ook in staat gesteld om pijn en verdriet onder ogen te kunnen zien. Net zoals het leven vol is met zegeningen en goedheid, is het ook vol met tegenspoed en kwaad. De mens schommelt in het leven tussen het genieten van zegeningen en het lijden door tegenspoed, afhankelijk van zijn gedrag en zijn lot. De Almachtige Allah zond sayyidoena Mohammed v.z.m.h. en openbaarde de Edele Koran om de mensheid te leren hoe ze van zegeningen kunnen genieten en zichzelf kunnen beschermen tegen tegenspoed. Om deze reden heeft de Almachtige Allah hen alles verboden wat hun schade zou kunnen berokkenen en heeft hen ook alles opgedragen en toegestaan wat noodzakelijk en goed is voor hun lichaam, geest en ziel. In de Koran staat: «Die de gezant, de ongeletterde profeet volgen, die zij bij zich in de Taura en de indjiel beschreven vinden. Hij gebiedt hun het behoorlijke en verbiedt hun het verwerpelijke en hij staat hun de goede dingen toe en verbiedt hun de onbetamelijke dingen. Hij neemt hun de last en de boeien af die op hun rusten. Zij die in hem geloven, hem bijstaan, hem helpen en het licht volgen dat met hem is neergezonden, zij zijn het die het welgaat» 7/157.
De relatie tussen tegenspoed en de verantwoordelijkheid van het individu
Net zoals de mens van welzijn en tevredenheid kan genieten, kan hij ook worden blootgesteld aan sociale problemen en natuurrampen. Vaak worden deze sociale- en natuurfenomenen geïnterpreteerd als straf van Allah, de Almachtige, of worden ze verklaard als een natuurverschijnsel. We geloven dat de Almachtige Allah tot alles in staat is en dat alles wat er in dit uitgestrekte universum gebeurt, binnen Zijn kennis en wil gebeurt. In de Koran staat: «We hebben alles volgens een bepaalde wetgeving geschapen» 54/49. Uit de Koran concluderen we dat de Almachtige Allah de toepassing van de wereldstraf heeft toegewezen aan de wereldlijke macht. In het Hiernamaals zal de mens van Allah s.w.t. ontvangen wat hij verdient aan straf of vergeving. In de Koran staat: «Hij zei: degene die onrecht pleegt die zullen wij bestraffen, dan wordt hij tot zijn Heer teruggebracht en Hij zal hem met onbekende straf straffen» 16/87. Ik weet niet hoe men er achter kwam dat tegenspoed en natuurrampen -die eigenlijk een metafysische reden kunnen hebben- een straf van de Almachtige Allah of een natuurverschijnsel zijn. De Heilige Koran leert ons in zijn eenduidige verzen, dat de mens wordt blootgesteld aan ziektes en tegenspoed als gevolg van zijn gedrag of als gevolg van besmettingen of als gevolg van een oorzaak die wij helemaal niet kennen. Sommige mensen benoemen wat een mens kan overkomen aan tegenspoed tot de goddelijke straf. Deze redenering strookt niet met de geest van de Koran. De Almachtige Allah heeft in ons leven wetten geopenbaard die de resultaten van ons gedrag bepalen. Wie zich aan de wetten van de Almachtige Allah houdt, Zijn geboden volgt en Zijn verboden vermijdt, zorgt voor bescherming van zichzelf en van zijn nageslacht; wie de geboden en verboden van Allah s.w.t. verwaarloost, krijgt niet wat hij wenst. In de Koran staat: «Tot jullie zijn inzichten van jullie Heer gekomen. Wie het heeft gezien, is in het voordeel en wie blind is, is in het nadeel» 6/104.
Het lot en de verschillende interpretaties
In verschillende Koran verzen bevestigt Allah s.w.t. de verantwoordelijkheid van de mens om zichzelf en zijn samenleving te beschermen tegen tegenspoed. Als we onze islamitische samenlevingen bestuderen, hoe ze de verschijnselen van het leven interpreteren, zien we dat men het concept van al-qadar vaak verkeerd interpreteert. Met deze zienswijze distantiëren zij zich van de verantwoordelijkheid die Allah s.w.t. hen heeft opgedragen. Allah s.w.t. heeft de mens verantwoordelijk gesteld om het behoud van het leven en welzijn op aarde te bevorderen. Allah s.w.t. verandert de situatie van de mens niet, tenzij hij zijn gedachten en zijn levensstijl zelf verandert. In de Koran al-kariem staat: «Allah verandert de toestand van mensen niet zolang zij niet veranderen wat er in henzelf is» 13/11. Allah s.w.t. heeft de mens vermogens gegeven om zijn lot en al-qadar te bepalen; als het slecht of goed is, dan is het wat men zelf van zijn leven heeft gemaakt. Allah s.w.t. zegt: «Wie een greintje goeds heeft gedaan die zal het zien en wie een greintje kwaads heeft gedaan die zal het zien» 100/7-8. Sommige predikers overdrijven wanneer ze natuurrampen interpreteren als straf van Allah s.w.t. in dit leven. Zij vergelijken deze rampen met de rampen die in de Koran al-kariem worden beschreven. Hier kunnen we iets tegenover stellen: Ten eerste: wanneer we deze vergelijking of analogie bestuderen, ontdekken we dat deze niet aan de analogie voorwaarden voldoet. Ten tweede: ze verklaren sommige gebeurtenissen, waarvan alleen Allah s.w.t. de oorzaak weet, alsof zij de openbaring hebben gekregen. Ten derde: sommige beproevingen waaraan een persoon wordt onderworpen, worden beschouwd als straf van de Almachtige Allah. De vraag is: was wat er met sommige profeten v.z.m.h. gebeurde een straf van Allah? De goddelijke wetten schrijven voor dat de levenssituaties niet eeuwig duren. Het leven schommelt tussen voor- en tegenspoed, tussen rijkdom en armoede, tussen gezondheid en ziekte en tussen vreugde en verdriet. Allah s.w.t. zegt: «Dit soort dagen laten Wij onder de mensen wisselen» 3/140. Het is van belang om te leren omgaan met wisselvalligheden van het leven en met haar veranderingen te leven.