De moslims wereldwijd beleven in de maand thi al-hijjah gezegende dagen. De verdiensten van deze dagen zijn bij Allah s.w.t. zeer groot. Het zijn namelijk de dagen van de Hadj. De Hadj is een internationale islamitische conferentie en bevat grote lessen die voor de hele mensheid van cruciaal belang kunnen zijn. De Hadj dient als een school waarin mensen de grondslagen van het leven kunnen leren, maar ook de gewijde zaken van Allah (hoeromaati Allah) en die van de mensen (hoeromati al-‘ibaad) in ere houden. Allah s.w.t. zei: «Dat is het, en wie de gewijde zaken van Allah eert: dat is beter voor hem bij zijn Heer» 22/30. Het bijbrengen van eerbied voor de rechten van de mens is een van de belangrijkste lessen van de Hadj. Daarmee zal een leven ontstaan dat geregeerd wordt door rechtvaardigheid en broederschap. Een leven waarin ieder schepsel zijn rust kan vinden. De profeet Mohammed, vrede zij met hem, heeft deze fundamentele parameters vastgelegd in zijn toespraak die bekend staat als de preek van Hadjah al-wada’a (Afsheidsbedevaart). Op de dag van ‘Arafah preekte hij als volgt: «Jullie bloed, jullie bezittingen en jullie eer zijn net zo heilig en onschendbaar als deze dag van jullie, deze maand van jullie, deze stad van jullie». Op de achtste dag van dhi al-hijjah reinigen pelgrims hun lichaam, verrichten de grote wassing, dragen ihram kleding en zeggen labbayka Allahoemma Hadjen. De les die we kunnen trekken uit het dragen van ihram kleding is al-zuhd (ascetisme), waar de bedevaartgangers zich onttrekken aan alle gestikte kleding en aan hun luxe en geliefde kleding. Zij dragen dan slechts twee witte doeken die vergelijkbaar zijn met de lijkwade (kafan). Hij of zij die in ihram staat is moet zich onthouden van het knippen van haar, nagels en van het scheren. Hij of zij moet genoegen nemen met de simpele behoeften van het leven. De Hadj is dus een voorbeeld en een model wat betreft een ascetische levenshouding en een vooruitblik op het leven in het Hiernamaals. Allah s.w.t. zei: «Zeg ‘het genot van het tegenwoordige leven is gering, maar het hiernamaals is beter voor degene die vroom is» 4/77.
Tawheed, de eenheid van Allah
Op de achtste dag van de maand thi al-hijjah vertrekken de Hodjadj (bedevaartgangers) richting Mina. Zij zeggen met luide stem: “Labbayka allahoemma labbayk, labbayka laa sharieka laka labbayk, inna lhamda wa n-ni’mata laka wa lmoelk, laa sharieka lak”. Zij overnachten in Mina; daar verrichten ze de salaat dhuhr, asr, maghreb, Isha en salaat al-fadjr op de dag van ‘Arafah, de negende dag van dhi al-hajjah. Beste broeders en zusters, we moeten onze aandacht richten op de betekenis van de talbbiya en op haar inhoud. Laten we dit goed begrijpen en er principes uit halen voor ons dagelijks leven. De kernpunten van de Hadj zijn: de Eenheid van Allah (tawheed) en het richten van onze blik op Hem, de Almachtige. We moeten ons met onze smeekbeden niet alleen richten tot Allah s.w.t. in tijden van moeilijkheden en verdriet maar ook in tijden van gemak en blijdschap. We richten ons tot Hem voor hulp en op Hem vestigen we onze hoop. Het ervaren van de Eenheid van de Almachtige Allah is de basis voor de vrede in ons leven en helpt ons te leven in evenwicht tussen de noden van het lichaam en noden van de geest. Allah s.w.t. zegt: « Zij die geloven en hun geloof niet door onrecht te plegen verhullen, voor hen is er veiligheid en zij volgen de goede richting» 6/82. Na zonsopgang, op de negende dag van dhi el-hajjah vertrekken de bedevaartgangers naar ‘Arafah. De talbiya is hun proviand en Allah’s zegen zijn hun wensen. In ‘Arafah, waar de bedevaartgangers (hodjadj) een spirituele sfeer beleven, verrichten zij op de tijd van duhr salaat ad-duhr en asr samen. Op de dag van ‘Arafah, is het de juiste tijd en de gezegende gelegenheid om Allah s.w.t. te smeken. Er zijn genoeg redenen voor Allah s.w.t. om de smeekbeden van de bedevaartgangers (Hodjadj) te verhoren: de heilige maanden, “alash’hur alhurum”, de heilige plaatsen (Mina, ‘Arafah, Mash’ar al-haram en al-jamarah) en de gewijde staat waarin de bedevaartgangers verkeren.
Rust & vrede
Na zonsondergang op de negende dag van dhi al-hijjah vertrekken de bedevaartgangers (hodjadj) richting al-Muzdalifa waar al-Mach’ar al-haram zich bevindt. Onderweg zeggen zij met luide stem, maar in alle rust en vrede “Labbayka allahoemma labbayk, labbayka laa sharieka laka labbayk, inna l-hamda wa n-ni’mata laka wa l-moelk, laa sharieka lak”. Rust en waardigheid stralen de bedevaartgangers, die van alle kanten aankomen, uit. Ibn Abbaas zei: «Op de dag van ‘Arafah ging hij samen met de profeet v.z.m.h. naar a-Muzdalifa. Toen hoorde de profeet v.z.m.h. achter hem heel veel geschreeuw, en geluiden van kamelen die werden geslagen. Toen wees hij met zijn zweep naar hen en zei: “O mensen, wees rustig want het bereiken van de vroomheid komt niet door zich te haasten» Bochari. Rust en stilte zijn belangrijke eigenschappen voor elk positief succes en de meest effectieve manier in vrede te leven. Beste broeders en zusters, we moeten ons houden aan de zorgvuldigheid, zowel in ons dagelijks leven als in onze aanbiddingen. Zorgvuldigheid en rust behoorden zeker tot de profetische competenties, ook wanneer hij zich richtte tot Allah, de Almachtige met een do’a’. Sayyidona Rasoelo-llahi v.z.m.h. zei: «Allah verhoort een van jullie zolang men zich niet haast, door te zeggen: ik heb Allah aangeroepen en Hij heeft mij niet verhoord» Bochari. Wanneer de bedevaartgangers de Muzdalifa bereiken en de tijd van salaat isha is aangebroken, verrichten zij de salaat al-Maghreb en isha samen en vervolgens verrichten zij de thikr (gedenken van Allah) waarmee zij gehoor geven aan de oproep van Allah, de Almachtige. In de Koran zegt Allah, de Almachtige: «Wanneer jullie dan ‘Arafah verlaten, gedenkt dan Allah bij de Mash’ar al-Haram en gedenkt Hem omdat Hij jullie geleid heeft, terwijl jullie daarvoor tot de dwalenden behoorden. Vertrek daarna van waar de mensen vertrekken en zoekt vergeving bij Allah. Voorwaar, Allah is vergevensgezind en het meest barmhartig. Wanneer jullie dan jullie rituelen hebben voltooid, gedenkt dan Allah zoals jullie je vaderen gedenken, of nog intenser” 2/198, 199. Op de ochtend van de tiende dag van thi al-hijjah vertrekken de bedevaartgangers richting Mina, waar men zeven steentjes naar de djamrah al-‘aqabah werpt. Alleen als men de gewijde staat van qiraan of tamatto’ heeft aangenomen, slacht men vervolgens zijn offerdier. Daarna scheert of knipt men zijn hoofdhaar, maar de vrouw dient iets van haar haar af te knippen, zo veel als een vingertop. Dan legt de bedevaartganger de Ihraam kleding af. Alleen als men Tamatto’ gewijde staat heeft aangenomen, kan men op dezelfde dag naar Mekka gaan om Tawaaf al-Ifaadah en Sa’y tussen Safa en Marwa te verrichten. Maar degene die de Ifraad of de Qiraan gewijde staat heeft aangenomen, hij hoeft geen Sa’y te verrichten als hij dit al had gedaan na de Tawaaf al-Qodoem (aankomst Tawaaf). Men kan de Tawaaf uitstellen totdat men helemaal klaar is met de djamarah rituelen. Na het verrichten van de Tawaaf, keert men op dezelfde dag naar Mina om daar twee of drie nachten te blijven slapen. Elke dag in de middag van deze dagen moet de bedevaartganger de alle drie Djamaah werpen.
Foto van ekrem osmanoglu