Allah s.w.t. heeft ahkaam, leerstellingen en aanbiddingen voorgeschreven. Daardoor kan de mens zijn relatie tot zichzelf, tot zijn Heer, tot zijn medemens en tot het universum vorm geven. De aard van de Ahkaam (geboden en verboden) in onze religie zijn afhankelijk van de gevolgen daarvan en worden altijd gekoppeld aan de doelstellingen. De doelstellingen van de geboden en verboden van de shari’a worden gekenmerkt door het verwijderen van ongemak. Allah s.w.t. zegt: ﴾Hij (Allah) heeft jullie in de godsdienst niets hinderlijks gemaakt﴿ 22/78. De gradatie van geboden en verboden in de islam worden bepaald door:
- omstandigheden,
- tijd,
- en ruimte.
Daarnaast worden geboden en verboden ook gekenmerkt door mildheid en flexibiliteit. Deze flexibiliteit kan gezien worden door middel van kenmerkende aspecten zoals: gemak, verlichting, genade en het behartigen van het menselijk belang. Een van de belangrijkste punten waar de geboden en verboden in de islam de nadruk op leggen is: het aanspreken van zowel het verstand als het hart. Een van de uitingen waaruit blijkt dat de shari’a oog heeft voor de omstandigheden van mensen is deze: de geboden en verboden worden in ‘aziemah (vastberadenheid) en rokhsah (vrijstelling) verdeeld. Wat wordt er onder de ‘aziemah en rokhsah verstaan? Imam as-shatibi heeft ‘aziemah als volgt gedefinieerd: «het zijn de ahkaam al-kolliyah (algemene voorschriften) die in eerste instantie zijn voorgeschreven.» Deze definitie bevat twee belangrijke criteria: het eerste criterium is al-kolliyah (algemeen) en het betekent dat de rituelen niet alleen voor een specifieke doelgroep bedoeld zijn, maar voor alle mensen, ongeacht hun status of situatie. De salaat bijvoorbeeld is in het algemeen voorgeschreven voor alle mensen, overal en onder alle omstandigheden, eveneens de Ramadan, de zakaat en de hadj. Het tweede criterium is ibtidaaen (in eerste instantie), dat wil zeggen dat de salaat, zoals we die nu kennen, vanaf het begin van de islam is voorgeschreven. Het nakomen van geboden en verboden volgens de ’aziemah is een plicht, behalve wanneer die tot ongemak leiden; dan is het toegestaan om van al-‘aziemah af te wijken naar de rokhsah. De achterliggende motieven van Allah s.w.t. om de rokhsah (Vrijstelling) vast te stellen, is om de mensen van ongemak te verlossen. De genadige Allah legt de mensen niet meer op dan zij kunnen dragen. Het verrichten van de salaat en andere rituelen in de islam zijn geen straf, maar voeding voor onze ziel om innerlijke rust te vinden. In de Koran staat: ﴾ Zij die geloven en wier harten gerustgesteld worden doordat zij Allah gedenken zeker, door Allah te gedenken worden de harten gerustgesteld ﴿13/28. En Allah s.w.t. zegt ook: ﴾Allah wenst het jullie gemakkelijk te maken en niet moeilijk ﴿ 2/185.
Vrijstelling van geboden & verboden in de Islam
De rokhsah (vrijstelling) wordt door de imam as-shatibi als volgt gedefinieerd: «datgene wat voorschreven is in geval van een ondraaglijke oorzaak: het is een uitzondering op de algemene regel en de rokhsah wordt beperkt tot behoefte aan verlichting van ongemakken» mowaafaqaat. We kunnen uit deze definitie drie criteria concluderen voor de rokhsah (vrijstelling). Het eerste criterium is de oorzaak. De oorzaak is de reden die bijvoorbeeld toestaat de salaat te verkorten of de maand Ramadan niet te vasten. Dit criterium duidt aan dat de rokhas (vrijstellingen) een uitzondering is op de regel van de ‘aziemah. Dat wil zeggen dat in principe de salaat volledig en niet verkort verricht moet worden en dat iedere salaat op de desbetreffende tijd en niet samen verricht moet worden, behalve wanneer zich een situatie voordoet die toestaat om bijvoorbeeld dohr en asr samen te bidden, eveneens maghreb en ‘isha. Het tweede criterium is ongemak. Ongemak is een belangrijk criterium dat zich permitteert om van de normale regels (‘aziemah) af te wijken. Dat wil zeggen dat degene die niet in staat is om de salaat staande te verrichten, die dan zittend kan verrichten. Het derde criterium voor vrijstelling is behoefte aan verlichting van ongemak. Dat wil zeggen dat de rokhsah (vrijstelling) alleen wordt toegestaan wanneer er behoefte is aan verlichting van ongemak. Als een zieke in staat is om de salaat staande te verrichten, dan mag hij de salaat niet zittend verrichten en als hij water kan gebruiken voor de wassing, dan mag hij geen tayyammum verrichten. De rokhsah (vrijstelling) is een uitzondering op de regel die Allah s.w.t. op grond van menselijke omstandigheden heeft voorgeschreven. Daardoor kunnen zij hun belangen behartigen en harde ontberingen verzachten. De hokm (gradatie) van de rokhsah (vrijstelling) is in het algemeen mobaah (mobaah is: een term ter aanduiding van een actie die noch een verbod noch een gebod betreft, maar neutraal is). Allah s.w.t. zegt: ﴾Wanneer jullie op de aarde rondtrekken dan is het voor jullie geen vergrijp als jullie de salaat verkorten als jullie vrezen dat zij die ongelovig zijn jullie in verzoeking brengen ﴿4/101. Het principe van de rokhsah (vrijstelling) is: verzachten van ongemak. In het geval van ongemak heeft de moslim de mogelijkheid om een keus te kunnen maken tussen het verrichten van aanbiddingen volgens de ‘aziemah of volgens de rokhsah. Deze interpretatie wordt duidelijk in de volgende Hadieth benadrukt. Aboe Said al-Khodriyyi zei: «In de maand Ramadan gingen we op reis met de profeet, vrede zij met hem, Noch de vastende, noch de niet-vastende werd veroordeeld » Moslim. Een moslim heeft de volgende vraag gesteld: ‘ ik werk buiten mijn stad, mag ik dan de salaat verkorten?’ Werken of studeren buiten de eigen stad, ook als de afstand woon-werkverkeer bijvoorbeeld meer dan 80 km is, is in deze tijd een normale zaak. Met modern vervoer kan men zich gemakkelijk verplaatsen zonder enig ongemak. Het verkorten van de salaat in zo’n geval wordt niet aanbevolen. Want als men de salaat mag verkorten, dan mag men ook niet vasten en ook niet het vrijdaggebed verrichten. Men kan dan volgens deze interpretatie tot zijn pensioen de salaat verkorten, de maand Ramadan niet vasten en het vrijdaggebed niet verrichten. Volgens mij wordt deze interpretatie door geen enkele moslim beaamd, laat staan door degene die kennis heeft van de fiqh, van de doelstelling van de rokhsah (vrijstelling) en inzicht heeft in de interpretatiemethode van de Schriftgeleerden.
Meningsverschillen over de toepassing van het vrijstellingsprincipe tussen fiqh geleerden
De moslimgeleerden zijn het er over eens dat de rokhsah in noodgevallen toegestaan is om ongemak in het leven van een moslim te verlichten, maar zij verschillen wel van mening over de voorkeur tussen de ‘aziemah en de rokhsah. De reden van hun meningsverschil is te wijten aan het vaststellen van de oorzaak die tot de rokhsah leidt. Degenen die ongemak als de oorzaak van de rokhsah (vrijstelling) hebben vastgesteld, vinden dat de ‘aziemah de voorkeur verdient boven de rokhsah. Volgens hen dient men, wanneer het ongemak ontbrak, de salaat gewoon volledig te verrichten en de Ramadan te vasten. Maar andere geleerden hebben reizen of ziekte als de oorzaak van de rokhsah vastgesteld. Zij vinden dat de rokhsah de voorkeur verdient boven de ‘aziemah. Zij zijn van mening dat, zolang iemand op reis is, hij bijvoorbeeld de salaat dient te verkorten en de vasten te verbreken, ongeacht het feit of er ongemak is. In feite verdient de ‘aziemah soms de voorkeur boven de rokhsah en soms verdient de rokhsah voorkeur boven de ‘aziemah. Dit is afhankelijk van tijd, ruimte en van iemands gezondheidstoestand. Het reizen met de auto in een veilige omgeving is niet te vergelijken met een reis te voet in een onveilige omgeving. Eveneens verschilt het doorstaan van ontberingen tijdens het reizen per persoon: de een kan een lange afstand reizen en kan ook zijn aanbiddingen verrichten zonder enig ongemak. In zo’n geval dient hij de salaat gewoon volledig te verrichten. Maar een ander kan het reizen als een zwaar ongemak ervaren en verricht daarom de salaat met veel moeite; in dat geval kan men beter de salaat verkorten. De ontberingen tijdens een aanbidding kan door de een als een licht ongemak worden ervaren, maar door de ander als een zwaar ongemak. Sommige mensen kunnen tijdens hun ziekte doen wat anderen niet kunnen. De rokhsah zal voor het laatste geval wel worden aanbevolen, maar niet voor het eerste. Jaber ibn ‘Abdil-lahi zei: «De profeet v.z.m.h. was op reis en zag een menigte en een man die in de schaduw werd gehouden. Hij vroeg wat er aan de hand was. Zij zeiden: hij is een vastende. Vervolgens zei de profeet, vrede zij met hem: het is geen deugd om op reis te vasten» Bochari. Het is zeer van belang om deze Hadieth te begrijpen binnen de context waarin het zich afspeelde. Het gaat hier over iemand die zichzelf probeerde uit te putten. De profeet v.z.m.h. maakte hier duidelijk dat uitputting niet de bedoeling van het vasten is. Het is ook van belang deze Hadieth te beperken tot de situatie waarin het voorbeeld zich afspeelde en niet zomaar te generaliseren. Ongemak brengt versoepeling, zoals het in de islamitische fiqh is vastgesteld. In deze context zei de profeet, vrede zij met hem: «Allah houdt ervan dat Zijn vrijstellingen (rokhas) nagekomen worden, zoals Hij graag Zijn geboden en verboden (‘azaaim) nagekomen ziet worden» Ahmed.