In deze donkere tijden is het noodzakelijk om de biografie van onze profeet Mohammed v.z.m.h. aandachtig te bestuderen. Vooral in deze tijd waarin verwarringen en tegenspoed heersen. Vandaag zullen we stilstaan bij het verdrag van al-Hodaybiyyah en haar invloed op het leven van de sahabah. De gebeurtenis in Al-Hodaybiyyah opende de weg naar verzoening en bracht stabiliteit in de omgeving van Mekka en Medina met zich mee. Op een nacht droomde de profeet v.z.m.h. dat hij samen met een grote groep sahabah naar het heilige Mekka ging om de ‘omrah te verrichten. Hij nam een offer (al-hady) mee als verheerlijking voor de Heilige moskee. De profeet v.z.m.h. heeft de moslims hiervan op de hoogte gebracht. Zij verheugden zich hier erg op. Het verlangen van al-mohaajiroen (immigranten) om naar Mekka terug te gaan werd steeds heviger. Door deze gebeurtenis trad een nieuw tijdperk voor de islam in. In de maand thoe al-Qi’dah (elfde maand) van het zesde jaar na de Emigratie kondigde de profeet v.z.m.h. aan om ‘omrah te gaan verrichten. Hij nodigde alle moslims uit om met hem mee te gaan. Het heimwee van al-mohaajiroen naar hun ouderlijk huis was zeer groot. Zij bereidden zich voor om het heilige huis te bezoeken. De profeet v.z.m.h. vertrok met veertienhonderd mensen in de richting van het heilige Mekka. Toen zij bij thoe al-Holeifa aankwamen, trokken zij de ihraam kleding aan en traden zij in ‘omrah staat. Daardoor wilden zij hun vreedzame bedoelingen duidelijk uitstralen naar hun tegenstanders: namelijk dat zij als pelgrims kwamen en niet als krijgers. De Qoreish hoorde dat de moslims eraan kwamen. Zij vormden een bataljon onder leiding van Khalid ibn al-Walied en stonden klaar om de moslims tegen te houden, zodat zij Mekka niet zouden bereiken. Toen de profeet v.z.m.h. dat hoorde, week hij van de bekende weg af en nam een onbegaanbare weg, zodat hij niet de confrontatie met het leger van al-moshrikoen aan zou gaan. Toen de moslims al-Hodaybiyyah bereikten, een plaats niet ver weg van Mekka is, knielde de kameel waarop de profeet v.z.m.h. reisde neer en zij weigerde vervolgens op te staan. Sommige metgezellen zeiden: al-Qaswaa (naam van de kameel van de profeet) weigerde om verder te gaan lopen. De profeet v.z.m.h. zei: «al-Qaswaa heeft niet geweigerd om op te staan, dat zit niet in haar karakter, maar ze is tegengehouden door degene die de olifant van Abraham tegenhield. Ik zweer bij degene in wiens hand mijn ziel is: als zij (Qoreish) mij een plan voorlegen waarmee de heiligheden van Allah worden vereerd, dan zal ik dat accepteren.» Bochari. Naar aanleiding van dit verhaal is het belangrijk om ons af te vragen: waar staan in dit verhaal van de profeet v.z.m.h degenen die bloed vergieten, heiligheden schenden en onschuldige mensen traumatiseren?
Een uitnodiging tot verzoening, vrede & bescherming
De profeet v.z.m.h. riep de Qoreish op tot verzoening en vrede en tot bescherming van het menselijk leven en waardigheid. Toen de moslims hun tenten in al-Hodaybiyyah hadden opgezet, stuurde de profeet v.z.m.h. Othmaan ibn ‘Afaan naar de Qoreish met de volgende mededeling: «We kwamen hier niet om oorlog te voeren maar slechts als pelgrims» Bochari. De profeet v.z.m.h. streefde ernaar om de islam te verkondigen in een sfeer van vrijheid en vrede. Hij was wijs in zijn manier van omgaan met mensen. Hij koos de juiste woorden die ongemerkt de diepte van het hart van de mensen bereikten, zodat daar een gevoel van opluchting ging heersen. De Qoreish hebben Othman gevangen genomen. Dit heeft geleid tot het ontstaan van een gerucht dat Othman zou zijn vermoord. Daardoor heeft de profeet v.z.m.h. de moslims opgeroepen om al-bay’ah (belofte) aan hem af te leggen. Deze gebeurtenis wordt in de Koran als volgt vermeld: ﴾Allah was met de gelovigen ingenomen toen zij jou onder de boom trouw zwoeren﴿ 48/18. Toen de Qoreish van al-bay’ah (belofte) hoorde, realiseerde men zich dat de profeet v.z.m.h. Mekka echt wilde binnentreden om ‘omrah te verrichten. Zij hebben toen onmiddellijk Soheil ibn ‘amr als onderhandelaar naar de profeet gestuurd en eveneens ‘Othman ibn ‘Afaan vrijgelaten. De onderhandelingen tussen de profeet v.z.m.h. en Soheil resulteerden in een overeenkomst tot verzoening. Soheil zei: “schrijf tussen ons en jullie een verdrag. Sayyidona Mohammed v.z.m.h. riep de schrijver, Ali ibn Abie Talieb, Moge Allah tevreden over hem zijn, bij zich. Vervolgens zei hij: schrijf”: «In de naam van Allah, de meeste Barmhartige, de meest Genadevolle» Bochari. Soheil maakte bezwaar tegen het woord «Ar-rahmaan = de barmhartige». Hij zei: Ik weet niet wie Hij is. Maar schrijf: bismika-llahom. Daartegen hebben de moslims op hun beurt bezwaar gemaakt. Zij zeiden: Bij Allah, wij zullen niets anders schrijven dan «bismi-llahi ar-rahmaani ar-rahiem». De profeet v.z.m.h. nam steeds een tolerant standpunt in en wilde alles doen wat in zijn vermogen lag om het vredesproces te bevorderen. Hij zei tegen Ali: «schrijf maar bismika-llahom» vervolgens zei de profeet, vrede zij met hem: «dit is het geen Mohammed Rasoelo-llahi is overeengekomen met ….». Soheil onderbrak hem opnieuw en zei: als wij weten dat je Rassoelo-llahi bent, dan hadden wij jou immers de toegang tot de Heilige huis niet geweigerd en jou niet bevochten. Maar schrijf, Mohammed ibn Abdie-llah, je naam en die van je vader. De profeet v.z.m.h. zei: «Wa-llahi! Ik ben de gezant van Allah, ook als jullie mij hier voor leugenaar hebben uitgemaakt. Schrijft: Mohammed ibn ‘Abdie-llah» Bochari. De moslims hebben weer geprotesteerd tegen de handelwijze van Soheil ibn ‘Amr. Maar de profeet v.z.m.h. droeg met behulp van zijn wijsheid en vooruitziende blik Ali op het woord ‘Rassoelo-llahi’ (gezant van Allah) uit het document te schrappen. Ali, Moge Allah tevreden over hem zijn, zei: Nee, wa-llahi! Ik ga dat niet schrappen. Vervolgens zei de profeet vrede zij met hem: laat me zien waar het staat? Ali verwees naar het woord ‘Rassoelo-llahi’. De profeet v.z.m.h. heeft het zelf uit het document geschrapt» Bochari.
De afspraken in het verdrag tussen van Al Hodaybiyyah
Het verdrag van al-Hodaybiyyah bevat de volgende afspraken:
- wapenstilstand voor tien jaar;
- de moslims moeten hun bezoek naar Mekka om ‘omrah te verrichten uitstellen tot het volgende jaar;
- als iemand van de Qoreish zich bekeert tot de islam en overgaat naar de moslims, dan moet de profeet v.z.m.h. hem terugsturen naar zijn familie;
- wie zich van de islam afkeert, die moet niet naar de moslims teruggestuurd worden; ook is het mogelijk voor andere stamleden ervoor te kiezen om zich aan te sluiten bij het verdrag van Al-Hodaybiyyah, zowel onder de bescherming van Qoreish als van de moslims.
De profeet v.z.m.h. verlangde naar verzoening met de Qoreish en naar een diplomatieke oplossing. Hij was ervan overtuigd dat de verzoening het goede met zich mee zal brengen. Door dit verdrag heeft de profeet v.z.m.h. een belangrijke regel vastgelegd, namelijk fiqh al-ma’aalaat (religieuze antwoorden gelet op de uitkomsten en resultaten). Hij werd geïnspireerd door het volgende vers: ﴾En de verzoening is beter﴿ 4/128. Het belangrijkste doel waar de profeet v.z.m.h., naar streefde, was vrede en stabiliteit in de regio te brengen. Hierover zegt Allah, de Almachtige: ﴾En als zij geneigd zijn tot vrede te sluiten, wees dan ook daartoe geneigd﴿ 8/61. De fiqh al-ma’aalaat betekent dat, wanneer een Schriftgeleerde een praktische hokm (oordeel) wil uitbrengen, hij kijkt naar de gevolgen daarvan. Het verdrag van al-Hodaybiyyah werd in eerste instantie door veel moslims als een vernedering ervaren. Het ontbrak volgens hen aan rechtvaardigheid en gelijkheid. Al-monaafiqoen (Hypocrieten) hebben op hun beurt twijfels geuit over de oprechtheid en de waarheid van de droom van de profeet v.z.m.h. Zij zeiden: “we hebben onze hoofden niet geschoren, noch onze haren geknipt en noch hebben we de heilige moskee bereikt”. Allah s.w.t. heeft het volgende vers geopenbaard als antwoord op de onzekerheid en twijfel die al-monafiqoen (Hypocrieten) ook bij de metgezellen willen zaaien. Allah s.w.t. zegt: ﴾Allah heeft voor Zijn Gezant het visioen in werkelijkheid waargemaakt. Jullie zullen als Allah het wil de heilige moskee met geschoren hoofden en bijgeknipt veilig binnengaan zonder bang te zijn﴿ 48/27. De profeet v.z.m.h. heeft volgens het verdrag Aboe Jondol overgeleverd aan al-moshrikoen. De metgezellen van de profeet werden daardoor erg geshockeerd. Omar, Moge Allah tevreden over hem zijn, ging naar de profeet v.z.m.h. en zei: «bent u toch de echte gezant van Allah? De profeet v.z.m.h. antwoordde hem: jawel. Vervolgens zei Omar: zijn we dan niet op het juiste pad en de anderen op het verkeerde? De profeet v.z.m.h. zei: jawel. Vervolgens zei Omar: waarom zouden we ons geloof dan blootstellen aan vernedering?» Bochari. De profeet v.z.m.h. heeft zijn functie nogmaals benadrukt aan Omar en hem duidelijk gemaakt dat alles wat hij doet in opdracht van Allah is.. Hij zei: «Ik ben de gezant van Allah, ik zal Hem nooit ongehoorzaam zijn en door Zijn kracht zal ik zegevieren» Bochari. Nadat het vredesverdrag met al-moshrikier werd geschreven, werd de profeet v.z.m.h. met een ander probleem geconfronteerd, namelijk met het feit dat de metgezellen hebben verzuimd om de opdracht van de profeet v.z.m.h. uit te voeren, de Omrah rituelen te beëindigen en zich klaar te maken om naar al-Medina terug te keren. Allah s.w.t. heeft gewild om hier aan een vrouw een belangrijke rol te geven; namelijk om de profeet en de moslims uit deze impasse te halen: ommo Salamah, Moge Allah tevreden over haar zijn. Zij zei: «O gezant van Allah! Ga uit uw tent en spreek geen woord met niemand totdat u uw eigen offer hebt geslacht en uw hoofd hebt geschoren. De profeet heeft het advies van ommo Salamah letterlijk opgevolgd. Hij ging uit zijn tent zonder een woord tegen iemand zeggen totdat hij zijn offer geslacht en zijn hoofd geschoren had. Toen de Sahabah dat zagen, hebben zij hun offers geslacht en hun hoofden geschoren» Bochari.