De mens is lichaam, geest en ziel. De geest en wat daarmee samenhangt, maken de mens tot een merkwaardig en eerbiedwaardig schepsel. We weten dat elke onevenwichtigheid in de ziel tot een ellendig en verdrietig leven kan leiden. Door studie en onderzoek zien we dat menselijke beschavingen door de eeuwen heen vaak geen evenwicht konden vinden tussen de behoefte van het lichaam en die van de geest. Sommige hebben het bestaan van de geest ontkent. We zien ook dat sommige beschavingen aan de ene wel aandacht hebben gegeven en aan de andere niet. Dit resulteerde tot diverse belangstellingen. De ene beschaving richtte haar aandacht vooral op mentale activiteit, waarvan haar inzet draaide om de capaciteiten en de mogelijkheden van het intellect te ontdekken. Ze heeft zichzelf beperkt tot het kader van het wetenschappelijke debat en negeerde de behoefte van de geest. Daar tegenover ontstond een beschaving die al haar capaciteiten aanwendde om de materiële kant van de mens te dienen. Zij concentreerde zich op het verbeteren van het materieel genot van de mens en liet de voeding van de geest achterwege.
Waarom harmonie tussen het lichaam, geest en de ziel belangrijk zijn voor de ontwikkeling van de mens en de ontwikkeling van een beschaving
Vervolgens kwamen de Middeleeuwen, toen werden beperkingen aan het intellectuele denken opgelegd. De geest was geheel het onderwerp van belangstelling en intellectuele ontwikkelingen werden als ketterij en misdaad beschouwd. In de omstandigheden van deze beperkingen scheen de zon van de islamitische beschaving en bracht de materiële en geestelijke behoefte van de mens samen. Dankzij de vrijheid die aan de geleerden werd verleend, bloeide de islamitische beschaving op. Schriftgeleerden, filosofen, schrijvers en denkers brachten een grote beschaving voort. Maar al snel verloor de moslimintellect zijn vrijheid en werden er voor hem beperkingen aan gesteld. Hij werd intellectueel verlamd. Vervolgens werden zijn talenten en wetenschappelijke vaardigheden verstoord. Vanwege het verlies van materiële en morele steun voor de islamitische beschaving, namen haar innovaties steeds af totdat ze stagneerden en onderontwikkeld raakten. Uit de studie van de Heilige Koran zien we een prachtige harmonie tussen de geest, de ziel en het lichaam. De Heilige Koran benadrukt in verschillende verzen het materiële en geestelijke bestaan van de mens en wijst elke tunnelvisie op de mens af. Want Allah s.w.t. heeft de mens uit materie en een adem van zijn geest geschapen. In al-Koran al-kariem staat: «Toen jouw Heer tot de engelen zei: Ik ga een mens uit aarde scheppen. En als Ik hem gevormd heb en hem iets van Mijn geest heb ingeblazen, knielt dan voor hem neer» 38/71-72. Uit dit vers is duidelijk dat de combinatie van stof en geest een uniek kenmerk is van al-Koran al-kariem en andere Heilige boeken.
Wat is het concept van de geest en de ziel die in het menselijk lichaam stroomt?
Door al-Koran al-kariem weten we de substantie waarmee Allah s.w.t. de mens heeft geschapen. Maar wat is het concept van de geest en de ziel die in het menselijk lichaam stroomt? De vraag is oud en het overtuigend antwoord is nog steeds onbekend. In het tijdperk van de openbaring van al-Koran al-kariem werd aan sayyidoena Mohammed ﷺeen vraag over de geest gesteld. Het antwoord kwam uit de hemel en Allah s.w.t. zei: «Zij vragen jou over de geest. Zeg: de geest behoort tot de zaken van mijn Heer en de kennis hierover is jullie slechts weinig gegeven» 17/85. Het Koranvers bevestigt dat de menselijke geest onzichtbaar is en dat niemand het detail hierover weet, behalve Allah s.w.t. Imam al-Zamakhshari zei in zijn commentaar over het volgende vers: «En als Ik hem gevormd heb en hem iets van Mijn geest heb ingeblazen, knielt dan voor hem neer» 38/72 het volgende: wanneer Allah s.w.t. de schepping van de mens voltooid had, in hem levensadem blies en zintuigen gaf waarmee hij zo goed mogelijk zijn omgeving kon waarnemen, toen knielden de engelen eerbiedig voor Hem neer. De geleerden hebben geprobeerd de geest die in de mens is te definiëren in termen van kenmerken en de effecten die deze op het lichaam hebben. Sommigen hebben de geest gedefinieerd als: een levende lichtenergie die het menselijk lichaam tot leven brengt. De geest vergezelt het lichaam tijdens het waken en de slaap. De geest verlaat het lichaam niet behalve wanneer een persoon sterft. Het leven is afhankelijk van de geest, dus zolang de geest in het lichaam stroomt, is er leven in. Al-Koran al-Kariem laat zien dat Allah s.w.t. tijdens de slaap de ziel van een persoon wegneemt, maar niet zijn geest. Want in slaap zijn de activiteiten van de ziel zoals wilskracht en bewustzijn van een persoon geheel of gedeeltelijk afwezig, maar de activiteiten van de geest zoals hartslag en ademhaling blijven tijdens de slaap optimaal functioneren.
De geest, de ziel en de verschillen
Aan het einde van het leven van de mens neemt Allah s.w.t. de geest en de ziel samen weg. In al-Koran al-kariem staat: «Allah neemt de zielen weg op het moment van hun dood en degenen die niet stierven in hun slaap, dan houdt Hij die waarvoor de dood bepaalt is achter en brengt de andere voor een bepaalde tijd weer terug in leven. Daarin zijn tekenen voor mensen die nadenken» 39/42. Op basis van dit vers, zijn er twee soorten doden: een kleine dood, dat is een uitdrukking die naar slapen verwijst, en een grote dood, die sterven betekent. In al-Koran al-kariem heeft de ziel twee betekenissen.
- De eerste is de geest die de bron van het leven is
- en de tweede is het zelf, wanneer de geest zich verbindt met het lichaam. De ziel is hier de bron van levenskracht, gevoel, beweging en wilskracht.
Deze betekenis is het waar Allah s.w.t. naar verwijst in het volgende vers: «Op de dag waarop elke ziel het goede dat zij gedaan heeft voorgelegd zal vinden en ook het slechte dat zij gedaan heeft, zal zij wensen dat er een grote afstand tussen haar en het kwaad is» 3/30.
Ibn Khaldoen zei: “De menselijke ziel is onzichtbaar voor de ogen, maar de effecten ervan zijn zichtbaar in het lichaam. Hij zei ook: de ziel is de bron van daden, waarneming en denken. Al-Koran al-kariem spreekt over verschillende soorten zielen die diverse niveaus van het menselijk gedrag weerspiegelen;
- De eerste is de ziel die zichzelf verwijt. In al-Koran al-kariem staat: «Ik zweer bij de ziel die zichzelf verwijten maakt» 75/2.
- De tweede is de ziel die tot het kwaad aanzet. In al-Koran al-kariem zei de vrouw van Al-‘Aziz: «Ik verklaar dat ik zelf niet onschuldig ben. Voorwaar de ziel spoort aan tot het kwade, behalve bij wie door mijn Heer begenadigd is» 13/53.
- En de derde is de ziel die van rust geniet. In al-Koran al-kariem staat: «O ziel die rust gevonden heeft. Keer tevreden en met welbehagen terug naar jouw Heer. Treed binnen te midden van Mijn dienaren en treed binnen in Mijn Paradijs» 92/27-30.