De islam hecht een grote waarde aan de intentie van mensen. Door een goede intentie verdient een persoon de welwillendheid van de Almachtige Allah. Het belangrijkste criterium waarmee onze woorden en daden worden gemeten, is de intentie. De intentie is een noodzakelijke voorwaarde voor elke aanbidding en voor elke morele daad. Het duidt op de aanwezigheid van ons geweten in elke woord en elke daad. Onze intentie is de ruggengraat en de geest van ons leven. Er is gezegd dat:
- de aanwezigheid van een goede intentie in woorden leidt tot welwillendheid.
- en een goede intentie in daden leidt tot hervorming.
Wat is intentie?
De intentie wordt gedefinieerd als een psychologische en geestelijke toestand die uitgedrukt wordt door enthousiasme, vastberadenheid, voornemens en wilskracht. De intentie is een individuele verantwoordelijkheid waarin geen vertegenwoordiging mogelijk is. Alleen het individu weet wat de inhoud van zijn intentie is. Daarom is het niet correct om iemands goedheid of verdorvenheid alleen aan de hand van zijn of haar uiterlijke verschijning te beoordelen. Sommige daden kunnen op een bepaalde manier verwarrend zijn, maar ze kunnen eervolle bedoelingen in zich hebben. De intentie is in de islam de essentie om een daad moreel te beoordelen.
De relatie tussen intenties, het innerlijk en het uiterlijk
De intentie drukt de spirituele houding en zelfsturing op het niveau van gedrag, denken en overtuiging uit. Het onthult de mate waarin onze innerlijkheid overeenkomt met onze uitingen. Wij zien slechts het uiterlijk van een persoon, maar Allah s.w.t. ziet al het goede en het slechte dat de harten van mensen in zich dragen. Het hart is datgene dat het ware beeld van onze persoonlijkheid spiegelt. We lezen in de sahieh moslim dat sayyidoena Mohammed ﷺ zei: «Allah kijkt niet naar jullie lichamen noch naar jullie uiterlijkheid, maar Hij kijkt naar jullie harten». Oprecht toewijden aan Allah s.w.t. is het belangrijkste criterium bij het evalueren van aanbiddingen en liefdadigheidswerk. We lezen in al-Koran al-Kariem het volgende: «Zeg: Mij is bevolen Allah te aanbidden door de godsdienst geheel aan Hem te wijden» 39/11. De innerlijke dimensie is de grootste kracht van de mens om zijn spirituele schoonheid uit te stralen. Op de reis van het leven worstelt ieder mens tussen zijn innerlijk en uiterlijk bestaan. De vraag die hierbij rijst is: hoe kan ieder van ons een evenwicht zien te vinden tussen zijn innerlijk en uiterlijk bestaan? Ieder van ons heeft principes nodig die hem of haar succes in beide levens kunnen garanderen. Oprechtheid in intentie en toewijding in daden behoren tot de belangrijkste principes hiervan. Toewijding en oprechtheid zijn de essentie voor elk succes, of de daad nu werelds of hiernamaals is. Op deze basis worden de aanbiddingen en de wereldse daden gewogen bij Allah s.w.t.
Wegblijven van het oordelen over en veroordelen van mensen
We lezen in onze islamitische literatuur dat een man in het tijdperk van sayyidoena Mohammed ﷺ hield van een vrouw, genaamd Ummu Qais, en hij wilde graag met haar trouwen. Zij heeft ingestemd met zijn verzoek onder voorwaarde dat hij naar Medina gaat emigreren waar sayyidoena Mohammed v.z.m.h. is gevestigd. Hij stemde in met haar voorwaarde en emigreerde met de moslims naar Medina, niet omwille van zijn geloof, maar uit liefde voor Ummu Qais. De man kreeg de bijnaam Muhajir Ummu Qais. Zo begonnen er discussies over het gedrag van Muhajir Umm Qais. Dankzij het brede inzicht van de islam keurde sayyidoena Mohammed ﷺ het gedrag van de man niet af. Integendeel, hij zag dat de man een nobel doel in zijn hart draagt, namelijk dat hij een gezin wilde stichten. Om een eind te maken aan discussies daarover zei sayyidoena Mohammed ﷺ het volgende: «De daden zijn gebaseerd op intenties. Elk persoon heeft eigen voornemens. Degene die omwille van Allah en Zijn gezante emigreert, zijn emigratie is omwille van Allah en Zijn gezante. En degene die emigreert omwille van een wereldse zaak of om een vrouw te huwen, zijn emigratie is dan omwille van datgene waarvoor hij emigreert» Moslim.
Deze profetische Hadieth bevat een hoge mate van moraal en nobele manieren van kijken naar gedragingen van mensen. Vanuit het verhaal van deze Hadieth leert sayyidoena Mohammed ﷺ ons de eer van mensen hoog te houden en niet te beoordelen op basis van wat aan de oppervlakte verschijnt. Wie weet wat de intentie en de situatie van een ander is? Niemand brak zijn hart open om te weten wat erin zat aan intenties. Daarom nodigt Al-Koran al-Kariem ons uit om goed over andere mensen te denken en hun daden in een goed daglicht te stellen. Al-Koran al-Kariem roept ons ook op weg te blijven van slecht te denken over andere mensen. Want hun innerlijke intentie is alleen bekend bij Allah s.w.t. In al-Koran al-Kariem staat: «Jullie die geloven! Vermijdt vele vermoedens, want sommige vermoedens zijn zonde, spioneert niet en roddelt niet over elkaar» 49/12.