Het boek van Allah s.w.t. zit vol met educatieve verhalen. Ieder koranisch verhaal is een les voor een bezinner en een leidraad voor degene die begeleiding zoekt. Vandaag hebben we het, met de hulp van Allah, over een verhaal in de Koran dat moslims en moslima’s aanspoort om een bijdrage te leveren aan de maatschappij. Een verhaal om geen passieve houding aan te nemen. Een verhaal dat moslims en moslima’s aanspoort om zich te houden aan de principes van rechtvaardigheid en gelijkheid en dankbaar te zijn voor Allah. Het verhaal van vandaag gaat over een vrome man. Hij geeft ons een gewenst beeld van een beschaafd mens die zijn spiritualiteit, kennis en materiële mogelijkheden benut om de mensheid te dienen, om mensen uit de duisternis van het leven te verlossen en van het juk van de materiële slavernij te bevrijden. Al-imaan in Allah s.w.t, nobele doeleinden en diensten bewijzen aan de mensheid zijn de fundamenten van elke verlichte beschaving. Een beschaving waarin ethische waarden belangrijk zijn.
Wie was Thoe al-Qarnayn?
Vandaag is de held van ons verhaal thoe al-Qarnayn. Zijn leven stond in het teken van verkenning van de wereld en ontplooiing van nieuwe activiteiten. Ten dienste van mensen trok hij de wereld door, zowel west als oost. De Koran vertelt ons het volgende over de reis van thoe al-Qarnayn: « Wij hebben hem op de aarde de macht gegeven». Thoe al-Qarnayn is gekenmerkt door de eigenschappen van een rechtvaardige hervormer. Daardoor heeft Allah s.w.t. hem de middelen gegeven om hervormingen en rechtvaardigheid in de samenleving te bevorderen. In de Koran al-kariem staat: «en gaven hem voor alle zaken mogelijkheden. Toen volgde hij een mogelijkheid» 18/85. Thoe al-Qarnayn vertrok vanuit een onbekende plaats richting het westen. Hij nam alles mee wat hij en zijn gezelschap nodig zouden kunnen hebben op deze reis. Door zijn vriendelijkheid genoot hij veel waardering en respect onder de mensen. Thoe al-Qarnayn beschikte zowel over mentale, spirituele als fysieke krachten. De mentale kracht behoort tot een van de belangrijkste krachten die Allah s.w.t. ter beschikking van de mens heeft gesteld. Daardoor wordt de mens in staat gesteld om situaties te analyseren, activiteiten te ontplooien en gunstige beslissen te kunnen nemen. De spirituele kracht vertegenwoordigt ook de verborgen kracht van de mens. Al-imaan in Allah, de Almachtige, en oprechtheid zijn de belangrijkste bronnen van kracht en ondersteuning. De spirituele kracht garandeert voor de mens innerlijke vrede, rust in het hoofd en compassie voor anderen. De spirituele kracht maakt een persoon sterk in zichzelf, sterk met zichzelf, in staat tot evenwichtige beslissingen en minder kwetsbaar voor tegenslagen. Thoe al-Qarnayn reisde «totdat hij de plaats van de zonsondergang bereikte; die zag hij ondergaan in een verhitte bron en daar trof hij mensen aan». Op de plaats waar de zon ondergaat, werd thoe al-Qarnayn de toevlucht voor de onderdrukten en de veilige plaats voor hen die bang waren. Thoe al-Qarnayn mag een voorbeeld zijn voor ieder die zijn of haar talenten wil gebruiken om de zwakken, onderdrukten en hen die aan onrecht lijden te ondersteunen. In de Koran staat: «Wij zeiden: O tha al-Qarnayn! Of jij hen bestraft of goed behandelt » 18/86. Thoe al-Qarnayn kon kiezen tussen het straffen van overtreders van de algemene normen en waarden of hen te behandelen met naastenliefde en vergeving. Hij gaf een wijs antwoord. «Hij zei: wie er onrecht doet die zullen wij straffen en dan zal hij teruggevoerd worden tot zijn Heer. Hij zal hem met een ongekende straf straffen 87. En degene die gelooft en goede daden verricht: voor hem zal er een goede beloning zijn en Wij zullen van Onze beschikking iets gemakkelijks tot hem zeggen» 18/87- 88. Met deze verklaring kondigde thoe al-Qarnayn zijn grondwet aan: hoe hij het land zal besturen. Een land waar de burger van zijn waardigheid kan genieten en zijn rechten gewaarborgd worden. Zo heeft thoe al-Qarnayn materiële middelen gecombineerd met morele principes.
Het belang van de nodige voorbereidingen treffen en het gebruiken van materiële middelen
Toen de situatie in het westen was gestabiliseerd, vertrok thoe al-Qarnayn weer richting het oosten. In alle reizen van thoe al-Qarnayn heeft de Koran geen specifieke plaats genoemd, maar nam genoegen met de beschrijving van haar aard en de staat van haar inwoners. In de Koran staat: hij reisde «Totdat hij de plaats van de zonsopgang bereikte, zag hij dat zij opging over mensen voor wie Wij geen bescherming ertegen gemaakt hadden» 18/90. Niemand kan eigenlijk vaststellen waar de plaatsen van de zonsondergang en -opgang in het verhaal van thoe al-Qarnayn zich bevinden. In de Koran al-kariem staat dat het gaat over een land dat aan zon en wind werd blootgesteld. Deze beschrijving is van toepassing op de woestijn en uitgestrekte oppervlakten. Wanneer thoe al-Qarnayn besloot om naar een bepaalde plaats te gaan, maakte hij de nodige voorbereidingen. Hiernaar verwees de edele Koran heel duidelijk toen hij tot drie keer toe het volgende vers herhaalde: «Vervolgens volgde hij een mogelijkheid» 18/ 89. Zo wil Allah s.w.t. het belang van voorbereiding en middelen benadrukken en in dit verhaal centraal stellen. Toen thoe al-Qarnayn zijn missie in het oosten had voltooid, vertrok hij weer richting een andere plaats genaamd ‘Bayna as-sadayn’ (tussen twee dammen): in de Koran staat: «Vervolgens volgde hij een mogelijkheid 92, totdat hij tussen twee dammen aankwam» 18. Niemand kan vaststellen waar de twee dammen zich bevinden, noch wat ze precies zijn. Alles wat de Koran al-kariem daarover zegt, is dat er twee dammen zijn waar een opening tussen zit. De bewoners van ‘Bayna as-sadayn’ kennen geen andere talen en er was niemand die hun taal verstond: «daar trof hij mensen aan die nauwelijks een woord begrepen» 18/93. Gebarentaal was de enige manier om met hen te kunnen communiceren. «Zij zeiden: O tha al-Qarnayn! Yadjoedj (Gog) en Madjoedj (Magog) zaaien verderf op de aarde» 18. Wat betreft het bepalen van de zonsondergang en -opgang en Bayna as-sadayn plaatsen en wie Yadjoedj (Gog) en Madjoedj (Magog) zijn in dit verhaal, zijn er in onze islamitische literatuur veel interpretaties die eigenlijk veel op legendes lijken. De waarheid van deze kwesties blijven een van de geheimen van Allah s.w.t. De moslim en moslima moeten zich concentreren op de les die hij of zij uit dit verhaal kan leren. De bewoners van ‘Bayna as-sadayn’ werden aangevallen door Yadjoedj en Madjoedj. Toen ze de vastberadenheid van thoe al-Qarnayn ervaren hadden, vroegen zij hem om hen te beschermen tegen Yadjoedj en Madjoedj. Ze hebben hem geld aangeboden in ruil voor de bouw van een ondoordringbare dam die de opening tussen de twee dammen dichtte, zodat zij het kwaad van Yadjoed en Madjoedj kon voorkomen. Zij zeiden: «Kunnen wij u een vergoeding geven dat u tussen ons en hen een dam maakt» 18/94. Thoe al-Qarnayn was een deugdzaam-persoon en leerde ons in dit verhaal eerbaarheid en tevredenheid. Toen zij hem geld hebben aanboden voor zijn werk, zei hij «hetgeen waarmee mijn Heer mij voorzien heeft is beter». Met andere woorden, ik heb geen geld nodig, Allah heeft me verrijkt van zijn vrijgevigheid. Hierdoor wilde hij hen en mensen in het algemeen inspireren om proactief te zijn. Hij nodigde hen uit om deel te nemen aan het veranderen van hun pijnlijke realiteit. «Helpt mij maar krachtig, dan zal ik tussen jullie en hen een sterke muur opwerpen» 18/95. Door hun deelname aan de bouw van een dam wilde hij hun passieve houding doorbreken en hen bewijzen dat zij ook in staat waren om de bouw zelf te kunnen realiseren. Thoe al-Qarnayn zei tegen de bewoners van ‘Bayna as-sadayn’: «Brengt mij brokken ijzer. En toen hij die dan tussen beide hellingen even hoog had opgestapeld, zei hij: Blaast! En toen hij er dan een vuur van gemaakt had, zei hij: Brengt mij gesmolten koper om overheen te gieten»18/96. Uit dit verhaal leert thoe al-Qarnayn ons de sociale waarden, zoals verbondenheid tussen mensen, ongeacht hun religieuze en etnische verschillen. In het verhaal van thoe al-Qarnayn lezen we dat de mate van een beschaving van een samenleving afhankelijk is van de mate waarin een cultuur van vrijwilligerswerk bestaat. Zowel onder individuen als in groepen, met het doel de bescherming van de menselijke waardigheid in de samenleving. Allah zegt: «En wie iets goeds vrijwillig doet, dat is beter voor hem» 2/184. Sayyidoena Mohammed v.z.m.h. zei: «Allah schiet zijn dienaar te hulp zolang hij zijn broeder helpt» Moslim.
Foto van Elijah Hiett