De bijdrage van de Koran al-kariem aan de menselijke beschaving

De Heilige Koran verrijkt de menselijke beschaving met intellectuele en spirituele ontwikkelingen. Degenen die de prestaties van de islamitische beschaving bestuderen, zien dan veel van wat het moslimintellect in het licht van de Koran heeft voortgebracht en ontworpen. Al-Koran al-kariem heeft het denken van het moslimintellect verhoogd tot het niveau van kennisvergaring. Dankzij de Koran is de wetenschap op de een of andere manier gescheiden van de mythologie; zo is de astronomie ook gescheiden van de astrologie. Moslimgeleerden zijn geïnteresseerd geraakt in astronomie door de noodzaak om de gebedstijden en de richting van de Ka’ba voor de salaat te bepalen. En daarnaast om het begin en eind van de maand vast te kunnen stellen. Want het bepalen van het begin van de maand Ramadan, de Hadj en andere rituelen is afhankelijk van de maanstand. Moslim-astronomen hebben hiervoor de telescoop uitgevonden en berekeningen ontwikkeld. De astronomie heeft een belangrijke positie ingenomen gedurende het kalifaat van al-Ma’mun ben Harun ar-Rachid. De moslim pioniers hebben de astronomie ontwikkeld op basis van de observatie van de astronomische verschijnselen en rekenkunde. Al-Koran al-kariem vestigt de aandacht van de moslims op astronomische verschijnselen. Door deze te observeren en berekeningen te maken, hebben zij uren, dagen, maanden en jaren kunnen vaststellen. Allah s.w.t. zegt: «Wij hebben de dag en de nacht tot twee tekenen gemaakt en het teken van de nacht hebben Wij toen uitgewist en het teken van de dag hebben Wij gemaakt om te zien en opdat jullie streven naar een gunst van jullie Heer en opdat jullie het aantal van de jaren en de berekening weten» 17/12. Dankzij de Koran hebben de moslimgeleerden de astronomie van de astrologie bevrijd. Op basis van theorie en argumentatie hebben zij de astronomie weer tot een zuivere wetenschap gemaakt. Zij hebben ook wetenschappelijke literatuur achtergelaten als erfenis voor de mensheid. Tussen de zevende eeuw en het einde van de zestiende eeuw na Christus waren Kairouan, Damascus, Bayt al-Hikmah (Huis der Wijsheid) in Bagdad, Cordoba, al-Karaouine in Fes en al-Azhar in Cairo de wetenschappelijke centra voor de wereld.

Hoe de Koran het verstand en de ziel harmoniseert

De Koranschool heeft het verstand van de moslim met wijsheid opgevoed en zijn ziel met zuiverheid. Allah s.w.t. zegt: «Hij is het die onder de ongeletterden een gezant uit hun midden heeft gezonden die aan hen Zijn verzen voorleest, hen zuivert en die hen het boek en de wijsheid onderwijst» 62/2. Degene die de verzen van al-Koran al-kariem bestudeert, ziet hoe de Koran de religie en het verstand harmonieert en hoe aanbidding van Allah s.w.t. met beschaving en moderniteit combineert. «Wij hebben de Schrift, gezegend is zij, aan u geopenbaard, opdat men de woorden ervan kan overdenken en opdat de mensen die verstand hebben zich laten vermanen» 38/29. Al-Koran al-kariem heeft geholpen om de ontwikkeling van de mentale kracht van de mens te wekken en de geloofsleer te verduidelijken. De Heilige Koran versterkt de band tussen de kracht van het verstand en de geest, tussen de kracht van de gedachten en het gevoel en tussen de kracht van het lichaam en de ziel. Toen het licht van de Koran de harten van de moslims op liet lichten en hun verstand hierop reageerde, waren er van elke groep een aantal mensen wiens aandacht naar wetenschappelijk onderzoek uitging. Zij hebben gehoor gegeven aan de oproep van al-Koran al-kariem. De lessen van de Koran hebben hen geholpen om de duisternis van onwetendheid te verdrijven en hen tot pioniers van de wetenschap en kennis te maken. Al-Koran al-kariem beschouwt kennis opdoen als een grote deugd en als een belangrijke daad, zowel in dit leven als in het Hiernamaals. In de Koran staat: «De gelovigen dienen niet allemaal ten strijde te trekken. Het is goed als een deel van iedere groep van hen optrekt, opdat de achterblijvenden zich inzicht verschaffen in de godsdienst» 9/22. Sayyidoena Mohammed v.z.m.h. heeft het opdoen van kennis als volgt gestimuleerd: «Wie het pad volgt om kennis op te doen, voor hem zal Allah het pad naar het Paradijs vergemakkelijken» Moslim.

De invloed van de Koran op de wetenschap

Al-Koran al-kariem was en is nog steeds het spirituele en intellectuele boek dat de moslim en moslima met verschillende soorten spiritualiteit en inzichten verschaft die een band hebben met de mens, natuur en het universum. Allah s.w.t. zegt: «Zien zij niet, dat Wij uit Onze Handen gemaakt hebben, voor hen vee geschapen hebben waarover zij kunnen beschikken. Wij hebben die aan hen onderworpen . Daaronder zijn hun rijdieren en kunnen zij ervan eten. Zij hebben er profijt van en geven zij aan hen hun drinken. Kunnen zij dan niet dankbaar zijn?» 36/71-73. De studenten van de Koranschool hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van de wetenschap, zoals geneeskunde, godgeleerdheid, astronomie en rekenkunde. Rekenkunde werd vereist om de studie van de erfenis te kunnen doen, want deze vereist kennis van vermenigvuldigen, delen en breuken. De berekening van erfenisquota was een ingewikkelde kwestie in de islamitische fiqh (jurisprudentie). Erfenisvraagstukken hebben de moslimgeleerden ertoe aangezet te zoeken naar methoden om de berekeningen hiervan te vereenvoudigen, om de behoefte van de samenleving te waarborgen. De opkomst van de islam en zijn directe ontmoeting met andere beschavingen, met name de beschaving van India, hebben een grote invloed gehad op de verwezenlijking van de behoefte van de moslimgeleerden naar de ontwikkeling van de wetenschap. Wanneer we de verzen van de Koran bestuderen, dan zien we dat er verzen zijn die de wijsheid benadrukken, tot inzichten en denkbeelden aanzetten en die ons over het universum laten nadenken. Naast deze vaardigheden staan ook verzen in de Koran die ons aansporen om de les van de vorige generaties en van de kosmische verschijnselen te leren. Het doel van dit alles is dat Allah s.w.t. de mens wil opvoeden tot een wezen met een gezond verstand, dat leidt tot aanbidding van Allah s.w.t. In de Koran staat: «Kijken zij dan niet naar de kamelen hoe zij zijn geschapen. En naar de hemel hoe hij is opgeheven. En naar de bergen hoe zij zijn opgericht. En naar de aarde hoe zij is geëffend. Vermaan dan; jij bent slechts een vermaner. En jij ben geen heerser over hen» 88/17-23. Deze verzen en nog meer in al-Koran al-kariem stimuleren de moslim en de moslima om o.a. menskunde, dierenkunde, aardrijkskunde en astronomie te bestuderen.

Foto van Jorge Fernández Salas

Gerelateerde artikelen

Nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van mijn laatste artikelen? Meld je hier aan voor mijn maandelijkse nieuwsbrief