Al-qadar symboliseert een van de belangrijkste thema’s in de islamitische geloofsleer. Het verklaart de goddelijke mysterie van het universum. Dat maakt de mens die over bepaalde gebeurtenissen nadenkt, bewust van dimensies die niet zichtbaar zijn: zoals ziektes en tegenspoed. De mens heeft vraagtekens en probeert de oorzaak van ziekte, armoede of verlies te achterhalen. Het kennen van sommige oorzaken is een van de kenmerken van de onzichtbare wereld, dat alleen aan Allah s.w.t. behoort en zij die door Hem s.w.t. zijn uitverkoren. Doordat al-qadar een belangrijk thema in het menselijke leven is, heeft Allah mensen niet in hun onwetendheid en dwaling laten verzinken. Hij s.w.t. heeft profeten gezonden en boeken geopenbaard, zodat zij mensen kunnen onderwijzen. Goed en kwaad zijn bij de mens een relatief en beperkt begrip, want men ziet het gehele plaatje niet . Wat op kwaad lijkt, blijkt soms al gauw het goede te zijn en wat op het goede lijkt, blijkt achteraf toch slecht te zijn. In de Koran al-kariem staat: « Misschien staat jullie iets tegen dat toch goed voor jullie is en misschien hebben jullie iets lief dat toch slecht is voor jullie. Allah weet en jullie weten niet» 2/216. Al-qadar heeft betrekking op kennis die niet zoals onze kennis op ervaring gebaseerd is, en niet zoals de kennis van de profeten die op openbaring gebaseerd is. Al-qadar is onverstaanbare stilte; hij spreekt onze taal niet en handelt niet volgens onze daden. Zijn gebeurtenissen veroorzaken zorgen en angst bij mensen. Hoewel de mens veel over het universum weet, toch verkeert hij nog steeds in grote verwarring over een aantal situaties die hem treffen. In de Koran lezen we veel verhalen die ons spiritueel voeden en daardoor kunnen we leren hoe we de gebeurtenissen die ons overkomen kunnen begrijpen. Een van deze verhalen is het verhaal van sayyidoena Moussa en de vrome dienaar, vrede zij met hen. In dit verhaal speelt sayyidoena Moussa de rol van een mens die veel vragen heeft over het bestaan. De vrome dienaar speelt de rol van al-qadar (lot). Het verhaal is eigenlijk een dialoog tussen de omstandigheden van mensen en hun al-qadar (lot). Allah s.w.t. beschreef de sprekende qadar als een barmhartige en een wijze. Daarom vroeg Moussa v.z.m.h. hem: «Kan ik met u meegaan zodat u mij onderwijst in wat u aan inzicht onderwezen is?» 18/66 . Al-qadar antwoorde hem en probeerde hem de realiteit van het leven te onthullen. «U zult het met mij niet kunnen volhouden». Hij legde hem uit hoe moeilijk het is om onbekende gevolgen van een situatie te begrijpen en te accepteren. Hij zei: «Hoe zult u het kunnen volhouden ten aanzien van iets dat u met uw kennis niet kunt omvatten?» De onthullingen van al-qadar overstegen het menselijk begrip. De mens is niet in staat om de tegenstrijdigheden die hij ziet te begrijpen. Sayyidoena Moussa wilde graag leren van de vrome dienaar en benadrukte nogmaals zijn verzoek als volgt: «U zult zien, insha Allah, dat ik het volhoud en dat ik u geen woord ongehoorzaam zal zijn» 18/69. Dit verhaal geeft aan dat de mens zich niet aan deze belofte kan houden en dat hij ook niet altijd het belang van onzichtbare tegenstellingen van het leven kan doorzien. Daarom heeft sayyidoena Mohammed v.z.m.h. ons geleerd om veel gebruik te maken van volgende du’aa: «O Allah! Ik zoek mijn toevlucht bij U tegen het onthouden van Uw zegen, tegen de achteruitgang van de goede gezondheid die U mij Hebt gegeven, tegen Uw plotselinge ressentiment en tegen alle vormen van Uw toorn» Moslim.
Leringen trekken uit beproevingen
Wanneer Moussa v.z.m.h. de school van de vrome dienaar binnentreedt, dan dient hij aan de volgende voorwaarde te voldoen: «als u met mij meegaat, stel mij dan nergens een vraag over, totdat ik zelf er iets over vertel». Sayyidoena Moussa accepteerde de voorwaarde, maar hij werd al snel aan een beproeving onderworpen. «Zij gingen verder en toen zij aan boord van een schip stapten, maakt hij er een gat in» . Er werd een gat in de bodem van het schip gemaakt. De belangen van de vissers werden gehinderd en het schip werd bijna in de verzonken. Het was noodzakelijk voor sayyidoena Moussa v.z.mh. zijn bezwaar te uiten tegen deze daad die kwaad leek te zijn. «maakt u er een gat in om haar opvarenden te laten verdrinken, u hebt iets vreselijks gedaan» . Hij uitte zijn bezwaar zoals veel van ons doen wanneer wij met lijden te maken hebben door ziekte of anderszins. Al-qadar, de vrome dienaar, herinnert de mens aan zijn zwakte en zijn ongeduld. «Heb ik niet gezegd dat u niet in staat zou zijn om het met mij vol te houden?» . Sayyidoena Moussa v.z.m.h. verontschuldigde zich voor het maken van zijn bezwaren. Hiermee beschreef hij het menselijk gedrag en hoe de mens met de goddelijke qadar omgaat. Moussa v.z.m.h. zei: «neem mij niet kwalijk dat ik het vergat en reken het mij niet te zwaar aan». Sayyidoena Moussa v.z.m.h. probeerde zijn ongeduld en onmacht aan vergetelheid toe te schrijven. Geen verwijt voor degene die vergat en geen berisping. In het verhaal van Sayyidoena Moussa en de vrome dienaar overleed een kind en de ouders werden getroffen door verlies. Moussa v.z.m.h. werd boos en keurde dit ten zeerste af. Hierdoor vertegenwoordigt hij de beleving van een droevig mens. «Hij (Moussa) zei: hoe kon u een onschuldig mens doden zonder dat er sprake is van vergelding? U hebt iets verwerpelijks begaan». Veel van ons vragen zich af: hoe het mogelijk is dat een baby, een kind en jongen op een betrekkelijk jonge leeftijd overlijdt? In dit verhaal drukte sayyidoena Moussa de verwarring van mensen uit, wanneer zij door verlies van een dierbare worden getroffen. De dood overrompelt mensen vaak zonder enige inleiding. De dood maakt geen onderscheid tussen rijk en arm, tussen hoge sociale klassen en lage en tussen jong en oud. Het echte probleem van de mens is, dat hij probeert de dood te negeren en haar bestaan te vergeten. Het verhaal van Moussa met de vrome dienaar v.z.m.h. onthult het feit dat de mens het begrip al-qadar niet voldoende begrijpt. De vrome dienaar zei: «Heb ik niet gezegd dat u het met mij niet zou kunnen volhouden?» De mens verontschuldigt zich keer op keer en elke keer toont hij weer berouw voor zijn ontevredenheid over de onvermijdelijke qadar. «Als ik u hierna nog eens naar iets vraag, dan moet u mij niet verder met u mee laten gaan; dat bent u wat mij betreft daarvoor verschuldigd» 18/76. Hierdoor beschrijft Sayyidoena Moussa het onvermogen van de menselijke rede om verborgen details van situaties te begrijpen die goed of kwaad in zich dragen en zegeningen of tegenspoed. De mens maakt elke keer een nieuwe belofte, maar zodra hij door een verdrietige situatie wordt getroffen, vergeet hij de belofte die hij ooit heeft gedaan. Sayyidoena Moussa werd verrast door de actie van zijn meester, namelijk dat hij de nacht heeft doorgebracht met het herstellen van een muur in het dorp; een dorp dat hen geen gastvrijheid wilde bieden. Deze keer maakt hij hiertegen een licht bezwaar, want hij besefte dat hij tegen de afspraak inging. Hij kon de situatie gewoon niet accepteren. Daarom probeerde hij vriendelijk het volgende te zeggen: je kon wel een loon vragen voor je werkzaamheden? «Hij zei: als u wilde, had u daarvoor loon kunnen krijgen» 18/77 . Dit verhaal bevat diepe spirituele betekenissen. Het laat zien hoe tegenspoed de essentie van genade verbergt en hoe de zegeningen de mantel van verdriet dragen. Roept Allah’s verborgen genade in, zodat u uw qadar kunt u verdragen en maakt gebruik van het volgende advies van sayyidoena Mohammed, vrede zij met hem: «Als u iets aantreft, zegt dan niet: als ik dat had gedaan, dan was dit niet gebeurd, maar zeg: qadara Allah en wat Hij wil gebeurt ook. Het woordje “als” maakt de weg vrij voor de influistering van de shaytan» Moslim.
Foto van Simon Berger